Sunday, May 17, 2009

Laatste dag Bangkok

Het is alweer de laatste dag in Bangkok. Morgenvroeg vertrekt ons vliegtuig terug naar huis. Vanavond tijdens het eten keken we terug op de afgelopen weken en vroegen ons af wat we zullen missen en wat niet. Het fietsen zullen we missen, de lange klimmen minder, de lange afdalingen zeker wel. De heerlijke Thaise curries zullen we nog vaak aan denken, de Lao fried rice kwam ons op een gegeven moment de neus uit, net als de geur van vissaus. Chiang Mai zullen we missen, maar niet het nieuwjaar dat daar gevierd werd. Ook Luang Prabang zullen we nog lang aan denken, maar niet de dagen dat we er ziek waren. Vientiane zullen we minder missen. Bangkok misschien een beetje. De lach van mensen zullen we missen, net als de overheerlijke kruidige geuren. De prachtige bergen zullen we missen, het fietsen door de steden niet. Gek genoeg zullen we ook het vroege opstaan missen, om zes uur op de fiets zitten. De koelte van de ochtend, de warmte van de zon, niet de benauwde hitte in de middag. De koelte na een regenbui, de regen zelf niet. Het bijzondere gesprek met een Duitse fotograaf in de nachttrein van Nong Khai naar Bangkok afgelopen week blijven we ons herinneren, net als het gesprek met de boekverkoper in Chiang Mai. Beide mannen leerden ons veel over de Thai en de verschillen met het westen. Maar ook de Lao man die samen met ons schuilde tijdens een regenbui en zo veel meer mensen die we onderweg zijn tegengekomen. Zoals die lieve vrouw in dat winkeltje dat ons van alles liet proeven en bananen meegaf. De watergooiende kinderen tijdens nieuwjaar zullen we minder missen, des te meer de kinderen die ons enthousiast begroetten, sabaidee riepen, zwaaiden, lachten en met ons meefietsten.
We hebben een geweldige vakantie gehad! Tijd om de tas te pakken en naar huis te gaan...


Het is goed shoppen in Bangkok


Sunday, May 10, 2009

Van Vang Vieng naar Vientiane

De afgelopen drie etappes waren niet de mooiste (we maakten zeggen en schrijven twee foto's van een koe gedurende de drie dagen) en ook zeker niet de zwaarste. Hoe dichter we bij de hoofdstad Vientiane kwamen, hoe meer het land in ontwikkeling is. Nieuwe gebouwen schieten als paddestoelen de grond uit. Mensen bouwen enorme villa's met een groot met goud versierd hek eromheen. De mensen zullen er ongetwijfeld erg trots op zijn, maar wij vonden het toch echt niet mooi. Vientiane is eigenlijk van hetzelfde laken een pak. Een grote betontuin. Weinig sfeer en enorm warm (de temperatuur is hier veel hoger dan in de bergen, sommige dagen zelfs 40 graden).
De ontwikkelingen zijn natuurlijk niet verkeerd, maar het lijkt soms iets te snel te gaan voor de Lao. Zo zaten we in een splinternieuw guesthouse. De verf kon je nog ruiken en bij nadere inspectie bleek de plastic verpakking nog om de matras te zitten. Er was gewoon een laken overheen getrokken. Echt een grap. Misschien dacht de eigenaar dat het matras zo langer schoon zou blijven, maar vermoedelijk heeft hij niet geweten dat het de verpakking betrof. We hebben het maar verwijderd, want slapen op een plastic zeil is in de enorme hitte geen doen. De kartonnetjes op de hoeken vermeldden 'high quality'... maar dat viel wel mee.


De Laos versie van de Arc de triomphe, gebouwd van beton dat door de Amerikanen was geschonken voor de aanleg van een vliegveld

Steeds meer mensen hebben ook 24 uur per dag electriciteit. Steeds meer huizen en andere gebouwen worden aangesloten op het net. Het ziet er soms angstaanjagend uit, die wir war van draden.

Als je wat beter kijkt zie je de wirwar van electriciteitsdraden

Toen we gisteravond zaten te eten in een restaurantje begonnen de obers ineens te rennen en werd het licht uitgedaan. Er bleek brand te zijn twee huizen verderop. Kortsluiting. Het was even spannend. Veel mensen in de straat en een enorme rookontwikkeling. Gelukkig was de brand snel geblust door obers uit een naburig restaurant. De brandweer kwam veel later. De eigenaar van het restaurant vertelde dat toen ze de brandweer belden er niet werd opgenomen. Ach ja, zo blijft het spannend...
Morgen fietsen we de laatste kilometers, de grens over naar Thailand om vervolgens daar nog een paar dagen te relaxen en na te genieten.

Onderstaande foto's zijn gemaakt tijdens een bezoek aan een oude tempel in Vientiane. Een prachtige tempel met heel veel boeddha beelden.


Wednesday, May 06, 2009

Van Luang Prabang naar Vang Vieng

Hoewel we nog niet helemaal hersteld waren (we zijn zelfs nog een zesde nacht in Luang Prabang gebleven) zijn we zondagochtend toch maar weer op de fiets gestapt richting het zuiden. In drie dagen fietsten we naar Vang Vieng, een backpackersparadijs waar je hamburgers en pizza's kan eten. De etappes waren zwaar. Lange, heeeele lange klimmen. De eerste dag klommen we eerst 16 km heel gestaag en na een afdaling van ongeveer zestien kilometer een volgende gestage klim van 22 kilometer. Met pap in de benen en te weinig energie was het al met al een lange fietsdag. Midden op de dag vonden we gelukkig een schaduwrijk plekje onder een bamboe afdakje. Deze hutjes staan overal in het landschap. De Lao die op het land werken doen er hun middagdutje. Uit de zon en in de wind hebben we bijna anderhalf uur geslapen om vervolgens om half drie de tocht voort te zetten naar het bergdorpje op bijna 1500 meter waar we die nacht overnachtten. Om zes uur kwamen we er moe maar voldaan aan. In een dorpje ervoor werden we zo hartelijk begroet door kinderen die zwaaiden en sommigen zelfs kleine vreugdesprongetjes maakten toen ze ons zagen, dat het meer dan de moeite waard was. Zo mooi om die kinderen te zien lachen!

Je raakt op een of andere manier gewend aan al die kinderen. Het eindeloze sabaidee sabaidee (een groet in het Lao) dat ze roepen gaat soms het ene oor in en het andere oor uit. Toch zijn er nog steeds verrassingen; de kinderen die een heel eind met je mee rennen de berg op, kinderen die meefietsen. Het blijft leuk! Hoewel de kinderen hier in de buurt nog al eens hun handen op houden om te bedelen... da's wel ongemakkelijk.

De omgeving is hier in de buurt werkelijk schitterend!!! We fietsen door kilometers zogenaamd karstgebergte. Zo mooi hebben we nog niet eerder gefietst de afgelopen weken. En hoewel niet iedereen heel enthousiast is over Vang Vieng vanwege de vele backpackers, genieten wij hier vooral van het geweldige uitzicht. We zitten in een bungalow aan de rivier en zien weinig van het centrum waar de meeste backpackers dronken en schaars gekleed rondhangen. En we moeten toegeven dat ook wij hier hamburgers en pizza eten.... het eten smaakt ons eindelijk weer een beetje. Het is niet langer noodzakelijke calorien naar binnen werken. We zijn dan ook blij dat we even iets anders dan noodle soep of fried rice kunnen eten (de kleefrijst wagen we ons niet meer aan nadat we een keer in een restaurantje zaten waar de vliegen niet van de kleefrijst af waren te slaan). De Lao keuken is nu eenmaal niet zo rijk en gevarieerd als de Thaise keuken. Morgen kunnen we weer aan de noodle soep. We fietsen dan weer verder naar Vientiane, de hoofdstad van Laos.




Thursday, April 30, 2009

Luang Prabang... petit Paris aan de Mekong

Wat een totaal andere wereld zijn we in beland!! Het lijkt wel of we over parijse boulevards lopen met prachtige winkels en oneindig veel cafe's en restaurants. We vroegen ons al af of dit nu Laos is, of dat het noorden waar we de afgelopen dagen doorheen fietsten meer chinees aandoet. Het is werkelijk compleet anders. Maar wel heel erg mooi!


Als je beter kijkt zie je dat ook deze stad zijn krottenwijken heeft van golfplaten. We hoeven maar uit het raam van ons guesthouse te kijken en realiseren ons meteen dat we in Laos zitten. Al slingerend door een aftands wijkje kwamen we overigens wel bij een mooi museum over de ethnische minderheden in Laos, de bergvolkeren. Deze bergvolkeren leven onder andere in de dorpjes waar wij doorheen gefietst zijn.

De volgende fotoserie is gemaakt tijdens een bezoek aan een oud tempelcomplex hier in de stad. Kenmerkend zijn de mozaieken van gekleurd glas die volksverhalen afbeelden. We hadden ze nog niet eerder gezien, maar zijn werkelijk prachtig!





Luang Prabang is de voormalige hoofdstad van het vroegere Laos (het huidige Laos bestaat eigenlijk nog maar 30 jaar). Tot 1563, daarna werd het verplaatst naar het zuiden, naar Vientiane, omdat gevreesd werd dat de birmezen het in zouden nemen. Pas onder het Franse bewind van 1890-1940 werd Luang Prabang zoals het nu is: een koninklijke stad met prachtige gebouwen in frans-koloniale stijl. Ons guesthouse staat naast het voormalig onderkomen van de vrouw van de laatste koning van Laos. Nu is het een restaurant waar je lekker schijnt te kunnen eten. In deze stad krijg je allerminst het idee dat Laos een van de armste landen ter wereld is. Laat staan een communistische staat. Politie is maar weinig zichtbaar aanwezig en op het politiebureau zitten mannen alleen maar met de benen omhoog tv te kijken.
Eigenlijk is het gewoon genieten en bijkomen van ons ziek zijn. Morgen hopen we fit genoeg te zijn om een erg zware etappe te fietsen richting het zuiden, richting de nieuwe hoofdstad van Laos.

Onderstaande foto's zijn gemaakt tijdens het bezoek aan het voormalig koninklijk paleis en tegenwoordig nationaal museum... niet zo indrukwekkend en koninklijk als verwacht...

Van Pak Beng naar Luang Prabang

We hadden er voor kunnen kiezen om nog een dag op een overvolle boot te zitten, maar besloten het tweede deel van onze reis per fiets te doen. 350 kilometer in vier dagen. Prachtig was het!! Nu fietsten we door dorpjes zoals we die vanaf de boot hadden gezien.
Kinderen waren ongelooflijk enthousiast en riepen en zwaaiden wanneer we langs kwamen. Ontzettend mooie dingen gezien. En tegelijkertijd bekroop ons het gevoel dat wat wij mooi vinden, eigenlijk bittere armoe is. De eenvoud, de soberheid, het levert mooie plaatjes op, maar eigenlijk is het heel droevig om te zien. De vele kinderen die je begroeten en achterna rennen zijn leuk, maar het zijn er ook wel erg veel en de meesten zijn maar niet of nauwelijks gekleed. Wat moet er van al die kinderen terecht komen. Zullen er in de komende jaren nog meer bamboe hutjes gebouwd gaan worden? Of trekken ze naar de grotere steden? Gelukkig gaan veel kinderen naar school.

Meisjes in school uniform

Het zijn ware volksverhuizingen wanneer ze 's morgens naar school fietsen of lopen. Leuk is het om met kinderen op te fietsen die onderweg zijn naar school (sommigen hebben een fiets en dat is ook wel nodig aangezien de school soms op zo'n tien kilometer afstand ligt). Ze gaan vaak veel harder fietsen als je achterop komt. Willen eerder bovenaan de heuvel zijn dan wij. De meiden giebelen aan een stuk door. De jongens maken kennelijk stoere of flauwe opmerkingen wanneer wij langsfietsen, aangezien andere jongens er vaak hard om moeten lachen. Helaas zijn er ook veel kinderen die niet naar school gaan. Ze lopen 's morgens met de vrouwen mee naar het land of de markt met de bamboe manden op hun rug. Het zijn meestal vrouwen die op het land werken. Vrouwen werken sowieso hard. Erg hard. De hele dag door. En ze hebben ook nog eens al die kinderen gebaard. De rolverdeling in het noorden van Laos is beduidend anders dan in Thailand. Mannen gaan hier vooral vissen of op jacht; een veel minder zware taak dan die van de vrouwen. Toch leveren ook de vrouwen op het land prachtige plaatjes op. Hun kleurige kleding steekt prachtig af bij de roodbruine aarde, of groene gewassen. Maar het voelt ongemakkelijk om foto's ervan te maken. We stopten op een gegeven moment om wat te eten en drinken. Op de akker naast de weg werkten twee vrouwen. We deelden onze bananen met hen. Glimlachend namen ze ze aan. Ze leken er heel erg blij mee. We hebben er maar geen foto van gemaakt. Ook niet van de arme man die langs de weg liep en bij ons kwam staan toen we een stop maakten. Hij praatte heel wat af. We vulden onze bidons met water en gaven de fles waar nog een beetje water in zat aan de man. Gretig nam hij het aan en lachte. Een prachtig gezicht dat iemand zo blij kan worden van een klein beetje water. Een keer weigerde een vrouw een koekje van ons. Ze was kennelijk bang ook haar laatste tand te verliezen wanneer ze zich aan de zoetigheid zou wagen.


Mensen zijn dankbaar en vriendelijk, maar anders dan in Thailand. De gemaakte glimlach zoals de thai die altijd maar weer op hun gezicht toveren is hier niet veel te zien. De Lao spugen en rochelen heel wat af. Al sta je naast ze. Ze zijn puurder waarschijlijk en minder aangepast aan toeristen.
Heel anders werd het toen we in de buurt van Luang Prabang kwamen. Deze stad voelt helemaal niet hetzelfde. Het is net een europese stad. En er zijn ongelooflijk veel toeristen. Niettemin is het een prachtig stadje.

Hieronder nog meer impressies onderweg





Met de boot van Huay Xai naar Pak Beng

Het moest een ware belevenis zijn, een boottocht over de Mekong. Een tocht naar Luang Prabang duurt twee dagen. Wij hadden tevoren al besloten niet twee dagen op een boot te willen zitten en daarom het tweede deel per fiets af te leggen. We waren erg blij dat we die beslissing gemaakt hadden aangezien de boot niet heel spectaculair was. We zaten negen uur lang op een heel klein houten bankje met heel veel andere toeristen om ons heen. Het was de bedoeling om met nog veel meer mensen de tocht te maken, maar een groep mensen weigerde om de boot op te gaan. Het was eenvoudigweg te vol.


De plaatjes die we onderweg te zien kregen waren mooi, zeker wanneer je normaal gesproken per bus of trein reist. De dorpjes aan de oevers zijn alleen bereikbaar per boot. Er lopen namelijk geen wegen in dit deel van Laos.

De mensen leven er eenvoudig van de visserij en wat landbouw. Af en toe meerde de boot aan in een dorpje om wat mensen af te zetten. Na een lange zit kwamen we nog net voor het donker aan in Pak Beng waar we de nacht doorgebracht hebben.

Ziek in Luang Prabang

Al een tijdje niets van ons gehoord. In de eerste plaats omdat in het noorden van Laos maar weinig gelegenheden zijn met internet en in de tweede plaats omdat we ziek zijn. We liggen al twee dagen volkomen uitgeblust op bed. De wereld trekt een beetje aan ons voorbij. Hoewel het inmiddels beter gaat - water blijft steeds beter binnen - moeten we nog behoorlijk aansterken. We hebben net ons eerste maaltijdje sinds dagen achter de kiezen en hopen dat het vanaf nu bergop gaat. Moet ook wel, want na Luang Prabang komen de zwaarste etappes van de hele reis. Overigens is Luang prabang geen vervelende stad om ziek te zijn. Een prachtig plaatsje dat ons helemaal niet Lao aandoet in vergelijking met waar we de afgelopen week langs gefiets zijn. Maar goed, daarover later meer. En we denken aan jullie koninginnedag-vierders terwijl wij ons fel-oranje sinaasappeldrankje drinken.

Wednesday, April 22, 2009

Van Mae Chan naar Chiang Khong

Alweer drie dagen op de fiets gezeten en inmiddels scheidt nog slechts een rivier ons van Laos. Morgen steken we over. Eigenlijk volgen we de rivier de Mekhong al een paar dagen, vanaf het drielandenpunt om precies te zijn. Hier komen meerdere rivieren samen. Het punt op zich is een toeristische bedoening, gestimuleerd door de Thaise overheid. Aanvankelijk werd in deze zogenoemde Golden Triangle opium geteeld, maar is al lang geleden in de ban gedaan door de overheid en vervolgens weer in handen gekomen van de Amerikanen en Fransen. Inmiddels lijkt de opium definitief plaats gemaakt te hebben voor toeristen. Wij kwamen net te vroeg langs het punt, de meeste stalletjes en kraampjes waren nog dicht. Even verder langs de rivier ligt Chang Saen, een heerlijk rustig stadje dat duidelijk betere tijden heeft gekend. Net als in Sukothai wemelt het hier van de tempel ruines; prachtig om te zien en heerlijk rustig, want geen andere toeristen. Vreemd is het soms dat oude ruines (uit de 14de eeuw) in voortuinen van mensen liggen, of overgroeid zijn door bomen. Ze hebben kennelijk niet de status van Sukothai waar we eerder waren. In dit stadje struinden we over de markt, vonden we de cakejes die we eerder gegeten hadden en waarnaar we al dagen op zoek waren (en die lang niet zo lekker waren als de eerste die we proefden), verbaasden we ons over de nog levende vissen die lagen te happen naar water, smulden we van verse ananas die prachtig gesneden was, aten we heerlijke crepes en genoten we van de ondergaande zon.
Om zes uur werden we opgeschrikt door krakende luidsprekers waaruit vervolgens een gezang klonk. Om ons heen stond iedereen op, kennelijk het volkslied. We hadden het nog niet eerder gehoord of gezien.
De derde etappe fietsten we de hele dag langs de Mekhong. We lunchten (wat tijd betreft - 9.00 uur - ontbijt) op een geweldig mooi plekje, pal aan de rivier. Op een vlonder, midden in een tuin werden we omringd door de groenten en kruiden die vers geplukt even later op ons bord terecht kwamen. Heerlijk. Na een paar flinke klimmen kwamen we in Chiang Kong aan om morgen de oversteek naar Laos te maken en de rivier verder per boot af te zakken naar Pakbeng. Daar vervolgen we onze fietstocht weer.

Tuesday, April 21, 2009

Dagje aan de Birmese grens

De eerste etappe vanaf Mae Chan leidde naar Mae Sai. De weg er naar toe was prachtig, de stad zelf was minder mooi. Het is de meest noordelijk gelegen stad van Thailand en de plaats waar de oversteek naar Birma gemaakt kan worden. Wij logeerden in een bamboehutje aan de rivier, met uitzicht op Birma. De stad maakte vrijwel direct een beetje een obscure indruk. Het was er veel armoediger en viezer dan op de meeste andere plaatsen waar we tot dan toe geweest waren. Terwijl de meeste Thai heel erg hygienisch zijn. Hoe eenvoudig hun kleding ook mag zijn, ze zijn altijd schoon en fris gewassen. De erfjes en huizen zijn meestal keurig aangeveegd en opgeruimd (ondanks dat alles, maar dan ook alles verpakt wordt in plastic zakjes), tuintjes nu en dan zelfs prachtig aangelegd en vrijwel altijd voorzien van prachtige bloemen en planten. In Mae Sai was het anders. Het leek meer een Indische stad. Druk was het er ook. voornamelijk mensen die uit waren op koopjes op de markt, welke praktisch het hele centrum besloeg.
De tuk-tuk was ook minder populair dan de samlor, de ongemotoriseerde driewieler.
Maar goed, wij zaten eigenlijk best goed. Beter dan het guesthouse dat tegen een heuvel op was gebouwd en er eng uit zag. Het kon ieder moment naar beneden komen . En anders de houten huisjes daarboven wel. Ons uitzicht was ok, hoewel Birma waarschijnlijk mooiere plekjes kent. 's Morgens vroeg, terwijl wij de fietsen aan het klaarmaken waren viel ons oog op een stel jonge mannen en jongens die aan de Birmese kant van de rivier grote zakken richting het water brachten. We vermoedden nog dat ze afval zouden dumpen in de rivier. We hadden dat meer gezien tegenover ons. Maar nee, het bleek om smokkel te gaan. Een van de mannen trok zijn kleren uit, liep naar de overkant om daar tussen de struiken een vlot vandaan te halen. Dit vlot werd beladen met de zakken. Meer mannen daalden af naar het water, kleren uit en oversteken maar. Zelfs twee fietsen gingen mee. Ademloos keken we toe. Het leek wel een spannend jongensboek. Foto's maken leek ons geen goed idee. Terwijl wij op onze fietsen onze weg naar het centrum zochten reden we zelfs achter de smokkelaars die met moeite de zware karren naar boven konden duwen. En beetje spannend was het wel, om ze onder ogen te komen. Ze hadden ons immers ook zien staan kijken. Maar ze lachten, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.... misschien is het dat ook wel....

Monday, April 20, 2009

Rustdag

Na vier dagen fietsen streken we neer in een nietszeggend stadje (de rough guide vermeld het niet eens) in een luxe resort. Ze hadden er zelfs een zwembad! We vonden die luxe wel verdiend en besloten een dag langer te blijven om uit te rusten. En om eindelijk eens naar de kapper te gaan. Toch wel spannend, een bezoekje aan de kapper die jou niet begrijpt.
Voor ik er erg in had lag ik op een bank onder een golfplaten dakje en onderging een heuse thaise hoofdmassage. Niet verkeerd! Toen de knipbeurt. Ik gaf tussen mijn duim en wijsvinger ruim twee centimeter aan en mevrouw begon te knippen. Het knippen was snel gedaan. Er lag nauwelijks haar op de grond en twee centimeter was er zeker niet af. Maar, het was tijd om te fohnen. Ze deed erg haar best. En na een half uur in de hete lucht (kon er nog wel bij in die hitte) waren werkelijk alle krullen en slagen uit mijn haar. Het was zowaar langer dan voordat ik in de stoel zat! Nooit eerder had een kapper het gepresteerd om mijn haar langer te laten worden.
Toen Frederik, hoewel ze aarzelde. Ze knipte eigenlijk geen mannen. Maar vooruit dan. Er ging beduidend meer haar af, maar de kapper destijds in India deed het beter. Misschien moeten we zelf nog maar even kappertje spelen.



Op weg naar de kapper zagen we hanen onder bamboe korven zitten. Ik maakte er een foto van. Frederik noemt het beroepsdeformatie, ik wil het liever een algemene interesse noemen. Terwijl we een foto maakten wenkte een jongen ons. We liepen langs een huis naar de 'achtertuin' waar nog veel meer korven stonden en een aantal mannen druk doende waren met de verzorging van hun hanen.
Midden in de tuin stond een betonnen arena waar twee hanen kempten. We zaten midden in een hanengevecht. Het zweet brak me uit, ik voelde me ongemakkelijk. Aan de andere kant was het een interessant stukje cultuur waar we zomaar ooggetuige van werden.


Frederik geloofde dat de oranje haan zou winnen, de meeste mannen (birmezen en thai) hadden op de andere gegokt. De teleurstelling was ook wel een beetje voelbaar toen de oranje haan won en de eigenaar ervan een van de weinigen was die nog genoot.