Tuesday, October 31, 2006

Gisteren kwamen John en Benjamin terug uit China. Na een lange reis maakten beiden een tussenstop in Malmö om na een goede maaltijd en circa vijf uur slaap, weer verder te reizen. De een terug naar de Verenigde Staten, de ander naar Noorwegen. Nog een keer zat ik tussen hen in op de bank, beiden een laptop op schoot. Nog een keer samen aan tafel lekker eten. Nog een keer even doen alsof we nog student zijn... tegen beter weten in.

Thanks guys for the wonderful time I had living with the two of you. Thank you Benjamin for the delicious smoothies and homemade pizza's. Thank you John for the yummie Indian and Chinees food you cooked. Thank you both for those great smells in the kitchen that attracted me and formed the reason for many 'well deserved' breaks in between my thesis work.
Thanks Benjamin for making this 'sustainable girl' aware of some rahter unsustainable habits. Thank you John for making me aware of the beauty in the beast.
Thank you both for taking care of me when I was busy working on my thesis. Thank you for listening to my complaining and whining.
Thank you for being the perfect flatmates in a flat where 'broad education' was the motto. This ideal - or was it rather an excuse for 'working' on other things - guiding our everyday life broadened my horizon. Among other things to your nerdy world, about which I learned some, but still don't understand. Thank you for introducing me to interesting topics, movies, articles and books.
Thank you for the many interesting discussions we had. But most of all thank you for being good friends...
Thanks guys!

Saturday, October 28, 2006

de wind

Gisternacht raasde de eerste najaarsstorm over het land. Zowel in Denemarken als in Zweden werden serieuze waarschuwingen via radio en televisie uitgezonden: binnenblijven, niet de weg op... Rond middernacht was het buiten nog muisstil. De stilte voor de storm wellicht.
‘s Morgens vroeg hoorde ik hoe de wind zich voorzichtig om het appartementencomplex vouwde. Tussen de matige hoogbouw hier in deze wijk had ze zeker geen vrij spel. Ze liet zich slechts waarnemen in de vorm van buigende takken en rondvliegende bladeren. Van een storm was weinig te merken.


Toen ik mij later op de dag mij richting zee begaf – de storm was gaan liggen – voelde ik hoe de wind me greep zodra ik de laatste hoge flats met prachtige penthouses op de bovenste etages passeerde. Als hoge bomen vangen deze luxe appartementencomplexen, waarvan de hogere verdiepingen uitzicht hebben op zee, de wind die van dezelfde zee komt. Achter deze ‘windsingel’ ligt de wijk waarin ik woon. De gebouwen zijn er minder hoog. De zee is er niet zichtbaar.
Pas wanneer ik de zee nader merk ik hoeveel wind ‘hoge bomen’ vangen. Op het strand, uit de luwte, laat de wind zich gelden. De wind an sich is onzichtbaar. Maar hier aan zee, waar het donker langzaam bezit neemt van de dag, wordt ze waarneembaar in vele vormen. Ik voel hoe ze me grijpt, hoe ze mijn sjaal zachtjes laat wapperen tegen mijn gezicht. Ik voel de kou die ze meebrengt van zee en ruik de zilte lucht. Ik hoor hoe ze het gras op het duin laat ruisen en hoor het ritselende geluid van de door de wind opgetilde korreltjes zand die tegen hetzelfde duingras slaan. Ik zie hoe de wind door het gras streelt en een wuivende golf erin nalaat. Ik zie haar in de golven met kleine witte schuimkragen. Ik zie haar in de formatie ganzen die zich moeizaam een weg baant tegen de windrichting in. Proeven kan ik haar hier op het strand nog niet.


Wel op de pier waarvan de witte houten balustrade ritmisch de zee in reikt. Ik volg het ritme van de reling en hoor hoe de wind mijn lopen op de houten planken overstijgt. De holle donkere stem van de wind schreeuwt in mijn oren. Ik probeer mijn oren te beschermen tegen het geweld door ze met de inmiddels onstuimig wapperende sjaal te bedekken. De wind speelt met mij en mijn kleren; voelbaar wanneer ze de anders zo stugge spijkerbroek tegen mijn benen doet klapperen. Ik speel met de wind door er voorzichtig tegenin te hangen. Ik voel de weerstand en steun die ze bied en voorkomt dat ik voorover val. Ik zie hoe ze haar sporen nalaat in de golven, in de schuimkragen die hier witter zijn dan aan de vloedlijn. Ik ruik het bouquet aan geuren dat ze meegenomen heeft van zee. En voor het eerst proef ik haar wanneer de zoute druppen water die de ze laat opspatten uit de zee per ongeluk landen op mijn tong.
Nog even laat ik me dragen door de wind, ruik ik haar, voel ik haar, zie ik haar, hoor ik haar en proef ik haar. Dan draai ik me om en keer huiswaarts. Ik constateer hoe de wind weer langzaam onzichtbaar wordt naarmate ik dichter bij huis kom. Geborgen tussen de huizen geniet ik na: uitgewaaid...

Thursday, October 26, 2006

herfst

Terwijl de herfst zich meester maakt van de natuur probeer ik van iedere dag weer een zinvolle dag te maken. Niet altijd even makkelijk wanneer er in principe geen rede is om ‘s ochtends vroeg het bed te verlaten. De ‘to do list’ is kort en om de volgende dag weer wat te doen te hebben doe ik vooral niet te veel. Vele uren zit ik achter internet op zoek naar een baan. De overige uren kook ik, hou ik mijn apartement een beetje op orde, doe boodschappen, onderhoud contact met vrienden en familie via het internet en probeer een dagelijks uitstapje naar het strand te maken.
Nog nooit woonde ik zo dicht bij de zee. Tien, misschien vijftien minuten lopen en ik sta aan de vloedlijn. Telkens als ik de zee weer ruik en alle grijs-blauwe kleuren van de zee en haar omgeving zie weet ik waarom ik in Zweden wilde wonen. De rustgevende grijstinten en de rijkdom aan blauwe kleuren heb ik om een of andere rede altijd in verband gebracht met Scandinavie. Heerlijk. Maar voor hoe lang nog?

Het is moeilijk een baan te vinden hier in het hoge noorden. De werkeloosheid is hoog. Hoewel de officiele cijfers niet heel zorgwekkend zijn, doen geruchten de ronde dat er een verborgen werkeloosheid is van twintig procent. Het was een sterk argument van de ‘rechtsgezinden’ die enkele weken geleden de verkiezingen hebben gewonnen. Voor het eerst sinds jaren en voor de tweede termijn in ruim 75 jaar zijn de socialisten niet aan de macht in Zweden. Een center-rechtse coalitie heeft het stokje overgenomen en wil onder andere het werkeloosheidspercentage omlaag brengen. Alle Zweden die al jaren steun trekken moeten van de bank getrokken worden en aan het werk gezet. Voordat ik als niet-Zweedse, net afgestudeerde jonge vrouw in aanmerking kom, zullen er waarschijnlijk wel wat jaren verstreken zijn. Tot die tijd moet ik maar elders aan de slag. Bank zitten is niks voor mij.

Dan maar weer een wandeling naar het strand waar een stevige wind waait. Op weg naar de zee wordt zichtbaar hoe de herfst de natuur in al zijn kleurenpracht zich laat voorbereiden voor de donkere winterdagen. Bij harde windvlagen vliegen geelgekleurde bladeren door de lucht. De eerste lange, druilerige dagen steken de kop op. Ganzen vliegen luid gakkend richting het zuiden. Wanneer moet ik weer naar het zuiden afzakken?

Ter afsluiting nog wat herfstimpressies langs een oude spoorbaan hier in de stad




Wednesday, October 25, 2006

voorbij de bessentijd: nieuwe tijden, nieuwe vrienden?

De bessentijd is al lang voorbij. Het is een beetje langs me heen gegaan deze zomer. Terwijl de Zweedse bevolking zich ophield in de uitgestrekte bossen op zoek naar bosbessen, zat ik op mijn kamertje te werken aan mijn scriptie. Begin oktober rolde de scriptie uit de printer; ik kon er niets meer aan veranderen, laat staan verbeteren. Op dit moment buigen mijn scriptiebegeleider en een tweede lezer zich over mijn werk. Ondertussen ben ik weer afgereisd naar het hoge noorden om het cijfer af te wachten, maar meer nog om een baan te zoeken. Het valt niet mee, de zoektocht naar een leuke baan. Hoewel ik aanvankelijk probeerde in deze regio werk te vinden, heb ik mijn ‘jachtgebied’ inmiddels vergroot tot bijna heel Europa. Het is alsof ze mij, of beter gezegd mijn kwaliteiten, nergens nodig hebben.
Het is een schrale troost dat ik weer in Malmö ben. Een heerlijke stad, maar geen enkele stad is behaaglijk zonder de noodzakelijke contacten. En aangezien mijn huisgenoten en vele andere vrienden zijn vertrokken is het toch wel eenzaam nu en dan.
Tegen beter weten in sprak ik een buurman aan in het trappenhuis. Ik waarschuwde hem voor een stel jongens die in de buurt rondhingen en het op mijn stoere fiets hadden gemunt. De fiets was inmiddels weer terug en stond veilig achter slot en grendel in de kelder (ze hadden m inderdaad gestolen… daarover later meer) en de buurman bleek behoefte te hebben aan een beetje aanspraak. Beiden in hetzelfde schuitje bood ik hem aan bij verveling op mijn deur te kloppen voor een kop thee. ‘O, you drink tea as well’, reageerde de buurman enthousiast. De wijze waarop hij dit zei was weinig charmant. Evenmin charmant zijn de voortdurende “Lee Towers” armbewegingen die hij maakt. Maar goed, het aanbod stond en ik verwachtte eerlijk gezegd niet dat een gemiddelde Zweedse buurman daadwerkelijk op de thee zou komen.
Het tegendeel bleek waar. Toen ik in de vroege avond thuis kwam uit de stad lag er al een briefje op de deurmat met daarop een webpagina voor werkzoekenden in Denemarken – de buurman werkt in Kopenhagen. Niet veel later werd er op de deur geklopt… de buurman uiteraard. Hij nodigde me uit om een biertje te komen drinken. Ik had geen trek in bier en hield me aan de gemaakte afspraak: een kop thee. Na een verfrissende jasmijnthee en bijna twee uur later, maakte de buurman plotseling aanstalte om naar zijn eigen huis te gaan. Hij dreigde in slaap te vallen bij de film – de buurman heeft geen TV. Toegegeven, de film was ook niet helemaal zijn smaak. Hij houdt van science fiction, is programmeur en drinkt thee. Opgelucht dat ik hem niet naar huis hoefde te sturen (ik dreigde zelf ook in slaap te vallen), verliet buurman mn appartement met een verkapte uitnodiging: ‘I have all kind of funny kinds of tea as well.’
Waarom had ik in vredes naam deze buurman aangesproken. Er wonen zoveel andere, meer interessante, en zeker meer antrekkelijke mannen in dit complex. Maar ach, ik heb in ieder geval een beetje aanspraak… Vanavond stond ie alweer voor de deur.

Monday, October 02, 2006

mijn scriptie is af...

De scriptie is klaar, het werk zit er op. Na maandenlang hard werken ben ik vandaag officieel werkeloos. Een weinig bejubelende titel moet ik toegeven.
In mijn scriptie is een dankwoord te vinden waarin ik bovenal familie en vrienden bedank voor de hulp, steun en toeverlaat die jullie waren tijdens mijn onderzoek en schrijven. Hoewel deze woorden - evenals de rest van mijn scriptie - in het Engels geschreven zijn, wil ik ze jullie niet onthouden. Daarom post ik ze bij deze op mijn blog:



“Life ought to be a struggle of desire toward adventures whose nobility will fertilize the soul.”
Rebecca West

Rebecca West gives this beautiful description of life. The past seven months of my life can be characterized as a struggle. My thesis dominated my everyday rituals for over half a year. Nevertheless it was noble in essence and definitely fertilized my
soul. Writing a thesis, even though it was a fight now and then, enriched me as a person, as did the ESST master in general. But above all it was a struggle. The efforts I made to write this thesis could not be made without certain people.
To start with my family: my father, who probably is the most enthusiast listener when I talk about my thesis, sat down and listened captivated to the stories I told. My mother, who was always there to talk to. The many long phone calls we made one-to-one and heart-to-heart were consoling and encouraging. My brother Siebrand, who wrote a thesis at the same time, was the critical listener who kept me sharp and keen. Above all he was in the same boat as I was and understood the
troubles that came with the writing. My brother Tomas brought joy and laughter when I was in the midst of writing. The weekend he came over was a real break, which gave me new energy and courage. The hug my brother Guus gave me when I
visited the Netherlands was heartening and gave me the spirits to work on the last bits. Thank you all!
I also want to thank my fellow students from the first semester in Maastricht with whom I had a great time, but more important, they formed an inspiring group to work with.
I want to thank my two fellow students from the second semester in Denmark, Benjamin and John, in particular. Together we moved to Sweden where we lived in our so-called guESST-house. ‘Broad education’ was the motto in this inspirational and pleasant environment, and thus I learned a lot. Thank you guys for being part of this enlightening atmosphere, for listening to my annoying complaints, and for the countless smoothies you spoiled me with.
Many thanks I owe my friends Linda, Judith, and Niels who visited me in Sweden and made me realize that a break now and then was necessary. But also the many other friends who kept an eye on me and my thesis work from a distance deserve a word of thanks. In particular Chris and Anouk.
My special thanks go to Mieke who critically read my thesis correcting spelling and grammar mistakes and gave me advise about the last theoretical concerns I had.
But most of all I want to thank this beautiful butterfly, which now and then landed on my desk. As a little miracle it always fluttered towards me in the midst of the most miserable situations to sit on my desk for a while, or to leave after some innocent frolics taking along my worries with him. The encouraging visits of an innocent butterfly and the support of all other people mentioned above made the writing of my thesis into a tough, but beautiful and enlightening struggle.


Deze woorden schreef ik tussen een en vier uur 's nachts, op het randje van de deadline. Het kon dan ook gebeuren dat ik een iemand in het bijzonder vergeten ben te bedanken. Anne, bij deze wil ik jou nogmaals bedanken voor de overlevingspakketten die je eerst naar Denemarken en vervolgens naar Zweden stuurde... eindeloos lekker!