Monday, May 29, 2006

Mededeling van huishoudelijke aard

"Everything is better in Sweden" riep ik de eerste paar dagen dat ik hier woonde. Ik geniet nog steeds met volle teugen van het goede Zweedse leven. Totdat ik afgelopen vrijdag mn was wilde doen. Hier is het gebruikelijk dat appartementencomplexen een wasruimte hebben - meestal in de kelder - waar alle bewoners hun was kunnen doen. Aangezien dit complex ruim vijftig appartmenten telt en slechts twee 'tvättstuga' is het een kwestie van plannen wanneer je je was wil doen. En net als voor vele andere dingen hebben de Zweden ook hiervoor een vernuftig en efficient systeem bedacht. Er hangt een groot bord naast de wasruimte met kleine genummerde sloten. Het bord is onderverdeeld in 31 rijen van vier. 31 correspondeert met het maximaal aantal dagen in een maand en die vier eenheden staan voor drie dagdelen: van 8-12uur , van 12-16 uur en van 16 tot 20 uur. Een vierde vakje is voor het parkeren van je slot wanneer je geen wasruimte gereserveerd hebt. Het is namelijk de bedoeling dat je het slot met jou nummer vastdraait in het vakje dat overeenkomt met de dag en het tijdstip waarop jij je was wil draaien. Wanneer je dan de wasruimte daadwerkelijk gebruikt kan je de deur sluiten met datzelfde genummerde slot zodat je buurman er niet met je onderbroeken vandoor gaat.
Enfin, ik ben niet zo van de planning en het gebeurt me dan nogal eens dat ik 's avonds laat bedenk dat ik eigenlijk nog een was moet draaien. Normaal gesproken lukt dat altijd aangezien die gekke gehoorzame Zweden de wasruimte dus ook echt niet gebruiken na acht uur 's avonds. Ik dus afgelopen vrijdag om een uur of tien met mijn wasmand de trap afgedaald de kelder in en beide wasmachines in de tvåttstuga gevuld; een bonte en een witte was. Waspoeder erin, machine aan en boven in de keuken het kookwekkertje op een uur gezet. Als het kookwekkertje begint te rinkelen spoed ik mij uiteraard naar de kelder om daar te constateren dat de was kletsnat is. Wanneer ik vervolgens het waspoeder laadje controleer, blijkt dat de bonte was niet eens zeep gebruikt heeft. Tja, daar sta je dan om elf uur 's avonds met een berg ongewassen kletsnatte kledingstukken. Ik had de volgende dag toch echt wat kleren nodig, dus besluit wat shirts en dergelijke uit de machine te halen en in de centrifuge te gooien... dan droogt het wat sneller. Hup, spul in de centrifuge, trommel dicht en knop om, maar er gebeurde niks... Wat bleek nu, de stroom was er af! Die Zweden gooien dus om een uur of tien 's avonds de stroom eraf. Vandaar dat die gekke Zweden zich ook echt houden aan die ingeplande dagdelen.
Dus, een berg doorweekte kledingstukken in de machines en een het hoogstnodige voor de volgende dag opgesloten in de centrifuge (nee, die krijg je echt niet open als er geen stroom beschikbaar is). En, nog veel vervelender, de volgende morgen om acht uur wil de buurman natuurlijk z'n was draaien. Maar, hoe laat staat wordt er in de ochtend weer stroom op gezet? Eén manier om daar achter te komen: zo vroeg mogelijk de wekker zetten en iedere twintig minuten controleren. De volgende ochtend om zeven uur stond ik dus in de kelder om wederom te constateren dat de stroomvoorziening nog in ruste was. Een half uur later heb ik meer geluk. Het kortste wasprogramma kan nog net voordat de buurman binnenloopt. Om acht uur snel ik weer de trappen af om de machines te legen. Omdat ik toch echt wat droge kleren nodig heb die dag gooi ik snel wat in de droger. Wanneer de grootste berg was boven in alle hoeken van het huis hangt te drogen, volg ik ritmisch - als in een hollywoodscene - de draaibewegingen van de wasdroger. Ik kon immers niet maarzo de deur op slot doen en die brave Zweedse buurman die wel keurig zn wasdag heeft gepland in de kou laten staan. En ja hoor even voor half negen komt een blonde blauwogige buurman het washok binnenlopen. Ik excuseer mij en haal snel de nog immer natte kledingstukken uit de droger. In het kader van integratie was het toch een goede zet; deze buur had ik nog niet eerder ontmoet. Maar ja, in het vervolg toch maar eens proberen te plannen. Hoewel, vandaag begon ik even na acht uur en alles hangt inmiddels, keurig gewassen, te drogen in de keuken. Morgen kan het zo de koffer in. Tja, die moet dus nog gepakt worden. Morgenavond laat vlieg ik richting mijn lieve vaderland. Ongeveer twee weken zal ik in Nederland blijven om onder andere gegevens te verzamelen voor mn scriptiewerk. En natuurlijk om bij te praten!


Over mededeling van huishoudelijke aard gesproken: als jullie nieuwsgierig zijn naar wat ik hier zoal eet neem dan even een kijkje op de volgende website
http://www.flickr.com/photos/johnrchang/
John is gefacineerd geraakt door t fotograferen van eten en dus worden vele culinaire creaties op de gevoelige, doch digitale "plaat" vastgelegd.

Sunday, May 28, 2006

...daar waar ik tien jaar geleden mijn kaleidoscoop kocht

Afgelopen dinsdag moest ik voor een interview in Humlebæk zijn, een dorpje zo'n half uur ten noorden van Kopenhagen. Hoe prachtig de omgeving daar is vertelde ik al in een eerdere blog. Ook dat ik onder het motto 'het nuttige met het aangename combineren' het museum Louisiana bezocht. En aangenaam was het zeker. Werkelijk een prachtig museum. Tien jaar geleden was ik ook erg onder de indruk ervan. Het museum is gevestigd in een oud zomerhuis van een welgestelde familie en ligt pal aan zee. De fraaie tuinen met de vele beeldhouwwerken glijden als het ware de zee in. En vanuit enkele zalen in t museum is er prachtig uitzicht over zee, met de Zweedse kust als een grillige, grijze lijn aan de horizon. Buiten in de tuin stonden de witte rododendrons in bloei en ook een reusachtige witte magnola bloeide uitbundig: een overweldigende witte bloemenzee met lila-witte accenten. Werd er even helemaal stil van. Niet alleen buiten in de tuin, waar het die dag vreselijk hard waaide, nam ik de verschillende ontluikende wit-tinten in me op (daar in die tuin, temidden van al dat wit realiseerde ik me weer eens hoe rijk ons kleurenpalet is; witte bloesems waren niet wit, het had ontelbaar veel nuances). Ook binnen in de zalen en gangen waar reusachtige raampartijen uitkeken op de tuinen en de grens vervaagden tussen binnen en buiten, werd de bloemenzee als het ware naar binnen gehaald.
Hoewel de bloemenpracht sterk mijn aandacht trok, kon de collectie van het museum er zeker mee concureren. Van de vaste collectie herkende ik enkele werken die er tien jaar geleden ook al hingen. De wisselende collectie bestond tijdens mijn bezoek uit een zeer grote verzameling werken van de Duitse kunstenaar Baselitz en een overzicht van de videokunstwerken* uit de collectie van het museum zelf. Een serie indrukwekkende, soms zelfs adembenemende kunstwerken waar ik met genoegen naar heb gekeken. Bijna vier uur heb ik er rondgedwaald en genoten van de stilte die het in mezelf teweegbracht.
Even was ik weer terug in het museum waar ik tien jaar eerder een kaleidoscoop kocht. Een magnifiek eenvoudig stuk speelgoed dat de wereld op zn kop zet; een soort telescoopje dat van de werkelijkheid een kunstwerk maakt. Ik weet nog hoe ik toen twijfelde of ik t wel zou kopen. Was ik niet al te oud voor een stuk speelgoed? Nu, tien jaar ouder, was ik gedesillusioneerd dat de museumwinkel ze niet meer verkocht. Ik wilde zo graag de wereld weer eens in een kunstwerk toveren! Maar ja, de wereld is veranderd, alles is een dagje ouder. Ook het assortiment van de museumwinkel is niet meer wat het tien jaar geleden was. En ook ik ben gegroeid... en geneer me niet meer voor mn kinderlijke verlangens.

*De videokunst tentoonstelling is nog te zien tot 20 augustus. Mocht je plannen hebben om deze kant op te komen, dan raad ik je aan ook de andere kant van de zee te bezoeken. Dit Deense museum is zeker een aanrader. Voor meer info zie de website www.louisiana.dk

Saturday, May 27, 2006

Van vissersdorp tot 'wereldstad'

Ooit was Malmö een klein vissersdorpje dat op een strategische plaats aan de Sont, de zeestraat tussen Denemarken en Zweden, lag. In 1353 kreeg het vissersdorp stadsrechten en werd een Hanzestad. Veel Duitse kooplieden en schepen van de Hanze deden de stad aan om handel te drijven. Vooral de haringvangst was lucratief. Malmö behoorde in deze tijd nog tot Denemarken, net als de rest van de provincie Skåne waarin Malmö ligt. Wanneer in 1658 de Vrede van Roskilde wordt getekend, valt de stad onder Zweeds grondgebied. Dankzij de strategische ligging en de bloeiende Oostzeehandel in de achttiende eeuw krijgt de stad een forse economische impuls. En wanneer halverwege de negentiende eeuw een grote scheepswerf wordt opgericht die ook vandaag de dag nog productief is, breekt voor Malmö een industrieel tijdperk aan. Gedurende ruim 150 jaar kent de stad eenflorerende industrie met scheepsbouw, machinebouw, textiel- en cementindustrie als de belangrijkste sectoren. Wanneer Zweden in de jaren tachtig met een recessie kampt, wordt de industriestad in het hart getroffen. Begin jaren negentig verliest de stad nog eens bijna dertiduizend banen en pas in de tweede helft van de negentiger jaren krabbeld de stad langzaam weer op. De industriele sector is sterk gekrompen en Malmö is in transitie van een industriele stad naar een stad waar high-tech bedrijven zich willen vestigen. De nieuwe University College en de Öresundbrug die de stad sinds 2000 verbindt met de Kopenhagen regio zullen naar verwachting het industriele karakter snel doen verdwijnen.
Als traditionele industriestad trok Malmö veel immigranten aan. DIt maakt dat de stad wordt beschouwd als de meest cosmopolitische van Zweden. Ruim een kwart van de 250.000 mensen tellende bevolking heeft allochtone roots; een multicultureel stadje dus waar ruim honderd talen worden gesproken. Möllevången, de arbeiderswijk die aan het eind van de 19de eeuw gebouwd werd, is nu de meest bruisende wijk van de stad met heerlijke bars en restaurants gerund door eigenaren van verschillende nationaliteiten, en vrijwel iedere dag een fantastische groente en fruitmarkt.
Ik woon vrij dichtbij de wijk Möllevången, iets ten zuiden van het centrum in een wijk die officieel nog tot het centrum van Malmö wordt gerekend. Een eerste blik op de kaart, alvorens ik hier naartoe verhuisde, was even schrikken: pal naast mijn onderkomen voor de komende maanden lag een industrieel complex. ,,Toch niet weer midden in een industriegebied", schoot er even door mijn hoofd. Bij aankomst hing er een heerlijke bakkerslucht in de wijk en de huiseigenaresse stelde me gerust met de medeling dat het om een broodfabriek ging. Een droom die uitkwam. Als kind wilde ik wel met een bakker trouwen vanwege de heerlijke geur van versgebakken brood. Inmiddels weet ik beter... bakkers werken hele nachten. Een broodfariek als buurman is dus een guldenmiddenweg.

Het appartement is een beetje blijven steken in de jaren zeventig met veel bruin en bloemetjesbehang... en ikeameubels uit die tijd natuurlijk. Desalniettemin is het een heerlijk thuis. Alles is hier aanwezig; de keuken is van alleg emakken voorzien en zelfs van de boeken- en platencollectie van de eigenaresse kunnen we gebruik maken, hoewel de platenspeler het zelfs na verwoede reparatiepogingen







van 'engineer' en medestudent Benjamin het niet doet. De keuken is voor mij de lekkerste plek in huis. Een verademing was het om na de gevangenis gaarkeuken in Denemarken nu eindelijk een heerlijke plek te hebben om te kokkerellen. Heb me hier vooral toegelegd op het bakken van allerhande cakes en taarten. Minstens een keer per week wordt de oven aangeslingerd om een lekkernij op tafel te toveren. Maar het houdt niet op bij zoetigheden. John, mijn huis- en studiegenoot houdt net als ik van lekker koken. We hebben al heel wat heerlijkheden uit onze mouw geschud. En als we echt geen zin hebben om zelf te koken is er de onderbuurman die verrukkelijke piza's bakt.

Ik had me bedacht dat de stadsbibliotheek hier in Malmö een ideale plek zou zijn om te studeren. Het bleek echter een te mooie plek te zijn om goed te kunnen werken. Het is een prachtig gebouw, ontworpen door een Deen (dat moet ik de Denen nageven: ze hebben een zeer goede staat van dienst op het gebied van architectuur) en bestaand uit een oud, neo Hanzestijl - schijnt te bestaan - gebouw uit de laat negentiende eeuw en een nieuw gedeelte waarvan de glazen toren of kubus wel het meest spectaculair is. Van binnen oogt het heel ruimtelijk dankzij een oneindig hoog plafond en uitzicht op het oude stadspark waaraan de bilbiotheek






grenst. Een prachtig gebouw, met fantastische voorzieningen die vooral afleiden van mn studie. Na bijna twee weken dagelijks bezoek aan de bibliotheek en heerlijke dagen daar te hebben doorgebracht, besloot ik het thuis te studeren aan de keukentafel... maar ja, dan schreeuwen de ingredienten voor een taart om aandacht. Nu ik met de interviews bezig ben, zit ik veel in Denemarken en ben dus van huis. Niets dat me dan van het werk houdt. Ontmoet inspirende mensen die op de meest fantastische plekken in Denemarken wonen (Denemarken heeft wel degelijk hele mooie gebieden). Zo was ik afgelopen week een half uur ten noorden van Kopenhagen op een biologische boerderij. Een Deen die opgegroeid is in deze streek wist me te vertellen dat de streek ook wel de whisky kust genoemd wordt. Dit kustgebied is zo wonderschoon en duur om te wonen dat alleen de mensen die zich een goede whisky kunnen permiteren daar kunnen resideren. Om het nuttige met het aangename to combineren ben ik na afloop van het interview naar museum Louisiana gegaan dat op vijf minuten loopafstand van de boerderij ligt. Dit museum voor moderne kunst was ik tien jaar geleden ook al eens geweest tijdens een uitwisselingsproject tussen mijn middelbare school en een school in Denemarken. Toen was ik, net als deze keer, erg onder de indruk van het museum. Het ligt direct aan de kust, met prachtige uitzichten over zee.
Maar toch fijn om na zo'n prachtig dagje Denemarken weer via de Öresundbrug terug naar huis te keren. Zweden is toch een lekker land om te wonen!

Thanx Benjamin and John for the pictures. Makes my life in Sweden (or at least the report on it) much more colourful!

Thursday, May 25, 2006

Boeken van Beskow

Voor diegenen die graag verliefd worden op prentenboeken en meer willen weten over het boek waarop de titel van mijn weblog gebasseerd is:

In het Nederlands is het boek "Hansje in 't bessenland" van Elsa Beskow uitgegeven door Uitgeverij Christofoor, ISBN nummer: 9062381766
Tevens is een exemplaar aanwezig in de bibliotheek "Huize Miedema"*.
Een ander prentenboek van Beskows hand heet "De kabouterkinderen". Een boek met minstens zo mooie illustraties. Ook hiervan is een exemplaar aanwezig in bibliotheek "Huize Miedema"*

Voor hen die de Zweedse taal machtig zijn, is er natuurlijk ook een Zweedse versie: "Puttes äventyr i blåbärsskogen". De Zweedse uitgever Bonnier Carlsen heeft een website met meer informatie over de schrijfster en haar werken... in het Zweeds uiteraard: http://www.bonniercarlsen.se/beskow/meny1.htm. Alleen al de plaatjes zijn de moeite waard om even een kijkje te nemen.

*Aangezien deze bibliotheek niet werkt met een geavanceerd zoeksysteeem, noch een gedigitaliseerde catalogus bezit en de bibliothecaris van deze vestiging geen kaas heeft gegeten van ordenen kan het even duren voordat een van de beide exemplaren getraceerd is.

Tuesday, May 23, 2006

Hansje in 't bessenland

Jaren geleden bij mama op schoot of genoeglijk onder de warme wol en mama zittend op de rand van mn bed werd ik verliefd op de prachtige prenten uit Elsa Beskows boeken. Al in 1901 werd de eerste druk van Beskow's "Puttes äventyr i blåbärsskogen" gelezen door talloze Zweedse kinderen. De Nederlandse vertaling van het boek, "Hansje in 't bessenland", werd zo'n tachtig jaar later mijn eerste onbewuste kennismaking met Zweden. En ik was stapelverliefd op de bijzonder fraaie illustraties. Een lieflijk menneke - waarvan ik altijd dacht dat het een meisje was - gekleed in een hemelsblauw jurkje en met een rood hoedje op, is voornemens om zijn moeder te verrassen met een mandje bessen. Hij kan echter maar moeilijk bessen vinden. Totdat de immer hulpvaardige vorst Bessenstein, koning van het bessenland, Hansje omtovert in een inie-minie mensenkind. Zo klein dat ie in een bootje van boomschors kan varen naar het bessenvolk. Behalve de rode-bessenmoeder met zes bessendochters, ontmoet hij ook zeven blauwe-bessen prinsesjes om uiteindelijk huiswaarts te keren met mandjes rode en blauwe bessen voor zijn jarige moeder.

Net als Hansje uit Elsa Beskows boek is ook dit kleine meisje hier op avontuur. Mijn leven in zweden is mijn avontuur in 't bessenland. Niet "Puttes äventyr i blåbärsskogen", maar "min äventyr i blåbärsskogen", zoals de titel van mijn weblog luidt. Ofwel mijn avontuur in het blauwebessenbos. Als piepklein wezentje in een reusachtig land ben ik op pad; ontmoet nieuwe mensen (tot dusverre geen prinsen of prinsessen helaas) en pluk om de honger te stillen wat bessen her en der, maar bovenal ben ik hier om mijn scriptie te schrijven natuurlijk!


Zweden is uiteraard veranderd in de afgelopen eeuw; jongetjes lopen niet meer in jurkjes rond en het geloof in bessenprinsen en -prinsessen is drastisch afgenomen. Toch blijft het een bijzonder land. De rol die de natuur speelt in Beskows boeken is een weerspiegeling van de relatie die veel Zweden ook vandaag de dag nog met de natuur hebben. Mensen trekken er op een vrije dag op uit om een te zijn met de natuur, zoals Beskow met haar schetsboek regelmatig de bossen in trok om bomen, planten en dieren vast te leggen op papier. Veel Zweden beschouwen zichzelf als onderdeel van de natuur, in tegenstelling tot Nederland, waar natuur zelfs op bestelling wordt gemaakt. Niet voor niets is er de uitspraak 'God schiep de wereld en de Nederlanders creerden Nederland'. Zoals overal waar de modernisering toeslaat de band met de natuur minder hecht wordt, is ook in Zweden de verbondenheid met de natuur aan verandering onderhevig. Steeds meer mensen verlaten de afgelegen plattelandsdorpen en trekken richting de grote steden om alleen nog in de vakanties terug te keren naar een lieflijk roodgeverfd tweede huis in afgelegen bossen. Of om tijdens een trektocht door prachtige natuurgebieden te overnachten in een van de vrij beschikbare - eveneens rode - huisjes waar eenvoudige slaapplaatsen beschutting bieden tegen de nachtelijke kou. Deuren zijn permanent open en hout om een vuur te stoken is in overvloed besschikbaar. Een geimproviseerd, maar degelijk toilet en een ouderwetse waterpomp voorzien in een sanitaire basisbehoefte. Met een beetje geluk heeft een vorige bezoeker zelfs wat suiker en zout achtergelaten in de eenvoudige keuken. Waar in Nederland is dat denkbaar? Allereerst heeft Nederland geen ongerepte natuurgebieden, laat staan een gebied waar je dagen kan vertoeven zonder een snelweg te passeren. Buiten dat zou in het inhalige Nederland een krenterige 'Jan Doorsnee' met auto en aanhangwagen zich de vrij beschikbare houtvoorraad toeeigenen om er lekker warmpjes bij te zitten voor de kerst, niet waar?

Ik geniet van het Zweden van mijn zoete dromen, en besef maar al te goed dat dit land niet alleen maar fantastisch is. Zweden heeft ook zijn schaduwkanten. In deze weblog wil ik jullie mee laten genieten van mijn belevenissen in het bessenland: de mooie en de minder mooie dingen van mijn leven hier. Hoe lang mijn avontuur in Zweden gaat duren weet ik nog niet, maar voorlopig is het nog lang geen bessentijd; eerst nog de komkommertijd!